Hoe komt het dat de ene sporter op het juiste moment een topprestatie levert en een ander juist niet als het er op aan komt?
Imaginatie wordt steeds populairder bij topsporters.
Hoe doen zij dat en hoe werkt het?
Vliegen als een zwaluw
Eén van de mooiste voorbeelden van de kracht van imaginatie levert wereld- en olympisch kampioen Jaroslava Mahoetsjich uit Oekraïne als zij gaat hoogspringen. Voorafgaande ligt zij ontspannen op haar rug. Door sommigen wordt dat als teken van arrogantie gezien, geen aandacht voor wat de andere atleten doen, maar in feite is zij zich aan het concentreren, zich mentaal en fysiek aan het voorbereiden op de vlucht die ze wil gaan maken. Een vlucht over de lat, als een zwaluw . . . vrij . . . wegvliegen . . . Onnoemelijk vaak heeft ze zich dat voorgesteld en het heeft haar vele successen opgeleverd, wereldkampioen in 2022 en 2023 en olympisch goud in Parijs dit jaar. Maar, zo vertelt ze in een interview, sinds de oorlog is het moeilijker geworden om het me voor te stellen, om me te concentreren. Voorafgaande aan wedstrijden probeert ze geen nieuws te lezen, om te voorkomen dat haar geest afdwaalt naar de verhalen en beelden van het bloedvergieten in haar geboorteland.*
In hun klassieker Mysterieuze krachten in de sport, het legendarische boek dat ik van mijn vader erfde, schreven Joris van den Bergh en Karel Lotsy 85 jaar geleden al in detail over de mentale drijfveren en psychische componenten in sport, een boek vol prachtige anekdotes.
Heden ten dage valt steeds vaker het woord imaginatie in interviews, zelfs bij bekende voetbalcoaches! (NOS 12 december 2022).
Meerdere niveaus van werking
Imagineren voor een prestatie heeft meerdere niveaus. Het eerste niveau is wat Roberto Assagioli de psychomotorische wet noemde:
Elk beeld (dat een persoon heeft) stimuleert de totstandkoming van de lichamelijke toestand én de totstandkoming van de externe handelingen die ermee in overeenstemming zijn. Elk beeld dat wij vormen of dat ons onbewust of ongewild geleverd wordt, denk aan de invloed van de media, heeft een motorische drijfkracht.
Deze psychofysiologische wetmatigheid is de afgelopen decennia bevestigd door vele neuropsychologische bevindingen, met name sinds de ontdekking van spiegelneuronen door Rizzolatti en collega’s in Parma in 1996.**
In het brein wordt dat wat we waarnemen of verbeelden automatisch gerepresenteerd en geactiveerd. Waarnemen en verbeelden gaan dan zorgen voor corresponderend gedrag, vaak zonder dat de persoon het zich zelf bewust is. Dit verklaart bijvoorbeeld het aanstekelijke van gapen in een gezelschap, maar ook het succes van reclame en van (fake)nieuws in de media.
Interessant is wat onderzoek bij golfers aan het licht bracht. Een groep personen die nog nooit gegolft hadden (beginners) werden vergeleken met professionele golfers (experts). Onderzocht werd welk vorm van imaginatie het meeste profijt opleverde. Het bleek dat beginners de meeste winst boekten door zich de slag in detail voor te stellen.
De professionals daarentegen hadden de meeste winst door zich de slag niet in detail voor te stellen, maar juist globaal, als in één beeld. Als de professional de slag in detail ging verbeelden dan werkte dat zelfs averechts, het interfereerde met hun al beschikbare vaardigheid. Die was al aanwezig in hun psychisch-fysiologisch organisme, in hun brein en hoefde slechts geactiveerd te worden.
Beginners in een vaardigheid moeten zich die eerst nog aanleren. Net als leren autorijden of als klein kind een deur leren openen, doe je dat eerst in detail, stapje voor stapje. Eenmaal geleerd wordt het een vaardigheid waarover je niet meer in detail hoeft na te denken. Het is beschikbaar in je en wordt geactiveerd door het globale beeld er van.
Maar er is meer nodig
Guus van Holland beschreef rugbyspeler Jonny Wilkinson, die nagenoeg in zijn eentje Engeland in 2003 met vele perfecte penalty’s naar de wereldtitel schoot:
Hij focust op doel en bal . . . hij vouwt zijn handen samen . . . is het een gebed? Nee, maar wel zoiets. Hij gebruikt zijn handen ter bescherming van invloeden van buiten . . . om zich naar binnen te richten. Wanneer hij zich naar binnen richt, komt hij tot rust, kalmeert zijn ademhaling, kanaliseert hij de energie die vanuit het centrum van zijn lichaam naar zijn linkervoet voert om daar de gewenste explosieve kracht te ontwikkelen. Jonny doet het al jaren zo. (NRC, 24-11-2003)
Het is een ijzersterk zelfvertrouwen te midden van een kolkende massa toeschouwers en toekijkende naties, dat Jonny etaleerde.
Zelfvertrouwen op het moment suprême
Presteren op hoog niveau vereist naast oefenen, fysiek en mentaal, geloof en vertrouwen in jezelf. Niet fanatiek of dwingend, maar vanuit innerlijke rust.
Voor de hoogspringer op de Olympische Spelen is het essentieel is om zichzelf over de lat te kunnen zien gaan, want het lichaam volgt het beeld. Maar juist als de lat op recordhoogte ligt is het het moeilijkste om je die prestatie voor te stellen. De zwaluw van Jaroslava Mahoetsjich is haar metgezel, die heeft zij zich eigen gemaakt, is een deel van haarzelf geworden en dat helpt haar te gaan vliegen.
De echte topper lukt het om juist in de finale te presteren, als het erop aankomt en er duizenden of zelfs vele miljoenen naar je kijken. Het is dan dat je getest wordt, onder die grote spanning worden de kwetsbaarheden in je psyche aangeraakt.
Mind over matter
Een opmerkelijk voorbeeld van het tegendeel van zelfvertrouwen, een plotseling optredende krachteloosheid, vertelde Henri, zo zal ik hem noemen, superknecht in de Tour de France. Henri werd geïnterviewd bij het afsluiten van zijn wielerloopbaan. Hij had als superknecht vele successen behaald met zijn kopman. Hij was een meester geweest in het uit de wind houden van zijn kopman, water aandragen, kopwerk verrichten en op sleeptouw nemen als dat nodig was, bergop en bergaf.
‘Maar’, zo vroeg de interviewer, ‘hoe komt het dat jij zelf zo weinig hebt gewonnen? In je lange loopbaan moeten daar toch wel kansen voor zijn geweest?’ Henri schudde zijn hoofd en antwoordde, ‘ik zal het je vertellen, in een grote klassieker in het voorjaar lag ik op een paar kilometer van de meet plotseling, onverwachts op kop. De groep renners achter mij was stilgevallen en ik realiseerde me dat als ik nu hard doorrij dan win ik! Op dat moment sloeg het lood in mijn benen . . .’
We zullen nooit weten waar dat ‘lood’ vandaan kwam in Henri, daar werd in het interview niet verder over uitgeweid. Misschien wist Henri het zelf ook niet, maar het had hoogstwaarschijnlijk te maken met iets in Henri dat hem tot ‘niet-winnaar’ maakte. Misschien te weinig geloof in zichzelf of de één of andere kritische stem die opspeelde op dat moment suprême.
In 2000 was ik zelf getuige van het grootste penalty debacle uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis. In de halve finale tegen Italië werden van de zes penalty’s er vijf gemist. Twee in de reguliere speeltijd en drie tijdens de shoot-out. Ongehoord en onbegrijpelijk voor voetballers die jarenlang dagelijks oefenen in het schieten van een bal in een hoek. Aan hun technische vaardigheden lag het niet . . .
Na de eerste misser en nog een bal op de paal in de reguliere speeltijd kwamen er donkere wolken boven het veld te hangen. Na de tweede misser drukte er een onheilspellende, loodzware zwarte deken op de Nederlandse voetballers en hun supporters. De rest is geschiedenis. Mind over matter.
Conclusie
Presteren op hoog niveau, in welke tak van sport of activiteit dan ook, vereist oefenen, lichamelijk en geestelijk. Voor wat dit laatste betreft zijn er meerdere lagen van training te onderscheiden.***
In de mentale voorbereiding is het ontspannen, gefocust imagineren van je prestatie een belangrijke tool. Maar de valkuil is dat te fanatiek, te dwingend te doen. De sleutel is het ontspannen te doen, geconcentreerd, als in een (lichte) vorm van trance-bewustzijn.
Het tweede niveau van mentaal oefenen betreft het verstevigen van je zelfvertrouwen op een diep niveau. Geloof en vertrouwen in je capaciteiten voor als het er op aankomt, als je onder druk komt te staan. Ook dat is te oefenen, in trainingen, in simulatie en in het opzoeken of creëren van uitdagende, confronterende omstandigheden.
Er is een nog dieper niveau: waar doe je het eigenlijk voor? De weg naar wat je wilt bereiken en de inspanningen die dat vereist, hoe belangrijk is dat voor jou? Is dat je eigen pure, vrije wil omdat het je voldoening en vreugde geeft of zijn er andere elementen in je psyche (of omgeving) in het spel? Als je de kern van wie je bent, jouw diepste waarden en levensenergie kunt mobiliseren, dan is succes zeker wel welkom maar in wezen geen hoofddoel meer.
Jan Taal, 12 augustus 2024
*I imagine myself as a swallow. So, I push myself off the ground, fly over the bar, and fly away….
Interview in: Fly Like A Swallow – The Quick Rise of Yaroslava Mahuchikh, sports4world.com, 9 februari 2024.
** Zie ook mijn blog Placebo effect en imaginatie.
*** Alleen maar verbeelden dat je ‘je doel van de prestatie al bereikt hebt’, kan je op dat gegeven moment plezierige gevoelens geven, maar, zo leert onderzoek, kan vervolgens leiden tot minder inzet en motivatie, je hebt de gevoelens immers al . . .